10 | JHWH sprak verder tot Achaz [via Jesaja]:
|
11 | |
12 | Maar Achaz zei:
Ik wil het niet vragen
ik wil JHWH niet op de proef stellen. |
13 | Hij zei:
Horen jullie toch, huis van David!
Is het voor jullie nog niet genoeg om mensen te vermoeien 2) dat je ook nog mijn God wilt vermoeien? |
14 | |
15 | Boter en honing zal hij eten 8)
voordat hij de kennis heeft om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen. |
16 | Zeker, voordat de jongen de kennis heeft
om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen zal de akkergrond verlaten zijn waar jij gruwt voor die twee koningen 9) ervan. |
17 |
1 | d.w.z. waar en hoe je maar wilt. |
2 | Zodat zij te vermoeid zijn om iets te doen, vgl. bijv. Jes. 16,12 . |
3 | Onze vaste vertaling voor אֲדֹנָי. |
4 | De of een. Omdat het staat in de context van het Huis van David, (een gegeven waarvan ook Mat. 1,20 gebruik maakt) gekozen voor de. |
5 | עַלְמָה (9x) vgl. bijv. Spr. 30,19 ; Ex. 2,8 . Jonge vrouw vóór de geboorte van haar eerste kind. Ook παρθενος (LXX)‚ kan dat betekenen. |
6 | Of jij (Septuagint) of men, vgl. Mat. 1,23 . |
7 | `Met ons is [de Opper-] God´; een kwestieuze, ev. claimende naam, maar dubbelzinnig, vgl. Jes. 8,8 .10. (vgl. Jes. 5,16: El geclaimed door JHWH). Volgens Mat.1,23 mag maar één kind zo heten. |
8 | D.w.z. overvloed (vgl. Ex. 3,6 ), die hier dubbelzinnig uitpakt, vgl Jes. 7,21-25 . |
9 | Pekah en Rezin, vgl. Jes. 7,1 ; 2 Kon. 16,5. |
10 | Zie 1 Kon 16. |
11 | Zie Jes. 8,5-8 . |